Het was een drukke week. Met
Carnaval mag je even iemand anders zijn en wij werden daarom allemaal
clowntjes. Omdat Carnaval voor veel peuters enorm beangstigend is met al
die maskers, verkleedkledij en gekke snoeten hielden wij het op iets
vertrouwd. We werkten de hele week rond clowntjes, bekende figuren
als Bumba en Bumbalu kwamen veelvuldig aan bod.
Toen we in onze klas kwamen, was Jules
al wakker en helemaal aangekleed. Maar Jules had verkleedkledij aan. Hij
had een rode neus en clownkleren aan. Hij was net BUMBA. De kleuters vonden dit
eerst raar "Jules toch" " maar Jules wat doe je nu ?".
Daarna hebben we eens uitgebreid gekeken hoe een clown
eruit zag? We wilden eigenlijk ook wel graag eens zo'n
rode neus! Wat draagt een clown allemaal ? een pruik, een rode neus, grote
schoenen, een verkleedkleren, een hoed, een strik, een kostuum,…
Een clown speelt graag met een ballon, serpentines, confetti… De kleuters
hebben heel wat nieuwe woordenschat bij geleerd.
We luisterden naar het verhaal van “Jules viert
Carnaval"
Het
is carnaval op school. Jules verkleed zich als clown, zijn zus Marie gaat als
prinses.
Maar
het clownshoedje ligt niet meer in de verkleedkist... Jules was toen heel
verdrietig.
De kindjes mochten de hoeken van de klas verkennen, want
daar lagen allerlei leuke carnavalsspulletjes en verkleedkledij. Confetti en serpentines in
de ontdektafel, toeters, maskers en feesthoedjes, puzzels
van Bumba,...
Op vrijdag was het eindelijke zover! Feest!
Want het was Carnaval! Alle kleuters waren zo mooi verkleed en wat vonden ze
het fijn om dit eens te 'showen' aan elkaar.
